Hoe zorg je ervoor dat jouw organisatie participatie omarmt?
Voor veel organisaties is inspraak en participatie van de doelgroep belangrijk. Gemeenten hebben de afgelopen jaren bijvoorbeeld veel geëxperimenteerd met verschillende vormen van participatie. In de praktijk blijkt het vaak lastig om ook de eigen organisatie te betrekken bij participatietrajecten. En dat kan nadelige gevolgen hebben voor een participatietraject, en de trajecten die volgen.
Een attitude is grotendeels aangeleerd en het kan moeilijk zijn om die te veranderen. Hieronder staat een overzicht van tegenstellingen. Bedenk welke houding het beste past bij een organisatie die participatie centraal stelt.
Maar wat nou als jouw organisatie niet of nauwelijks matcht met deze attitudes? Hoe zorg je ervoor dat jouw organisatie de gewenste attitudes overneemt?
Veel voorkomende oorzaken voor de huidige attitude:
-
De meeste dingen werken prima zoals ze nu doen;
-
Men weet niet wat de alternatieven zijn;
-
Angst voor verandering;
-
Angst voor falen;
-
Formaliteiten.
Tips om een nieuwe attitude aan te leren
-
Neem de tijd. Attitude zit vaak diep verweven in de cultuur van een organisatie en verander je meestal niet binnen een jaar. Wees tevreden met kleine stapjes die je in het begin zet.
-
Maak tastbaar wat de verandering kan opleveren
-
Haal goede voorbeelden van andere organisaties aan. Zo zien medewerkers beter wat ze kunnen bereiken.
-
Benadruk de voordelen van meer betrokkenheid van je doelgroep.
-
Begin van bovenaf. Als bestuur kun je de hele organisatie aanspreken om duidelijk te maken waar je voor staat. Je kunt bijvoorbeeld een manifest of een visie opstellen en delen in je organisatie.
-
Een voorbeeld hiervan is het Lokaal Democratisch Akkoord, ontworpen door de Democratic Challenge (BZK, VNG)
-
Goed voorbeeld doet volgen. Een kleine succesvolle verandering kan aanzetten tot meer verandering. Wanneer je een succesvol participatietraject hebt afgerond, zullen meer collega's geïnteresseerd raken in de mogelijkheden. Er is een voorbeeld geschept, wat het minder eng maakt om een tweede traject op touw te zetten.